Wanneer u begint met de uitvoering van een pallet-afspeellijst, kan het scherm Uitvoeringsopties pallet verschijnen als een overlay bovenop het raster met cellen. De doeeinden van dit scherm zijn:
U de mogelijkheid geven om te kiezen welke routine elke cel uitvoert als u meerdere routines hebt.
De spoorveldwaarden voor elke cel definiëren als u spoorvelden hebt die gebruikersinput vereisen.
Cellen in- of uitschakelen (als de instelling Palletcellen in-/uitschakelen vóór uitvoering is geactiveerd)
Meerdere routines
Een afspeellijst met meerdere routines heeft deze knop Routines bij de bovenkant van het overlayscherm. Met deze knop kunt u een overlay van een vervolgkeuzelijst bovenop elke cel weergeven zodat u kunt kiezen welke routine u voor elke cel wilt gebruiken.
Spoorvelden
Als uw pallet-afspeellijst spoorvelden gebruikt die gebruikersinput vereisen, kunt u bij de uitvoering de knoppen voor deze spoorvelden bij de bovenkant van het overlayscherm zien.
Met deze knoppen kunt u tussen de spoorvelden wisselen en vervolgens bepalen welke gegevens in elke cel voor elk spoorveld gaan.

Voorbeeld van een overlay van een aangepast spoorveld genaamd SN dat gebruikersinput vereist.
Hiervoor klikt u op de knop van het spoorveld aan de bovenkant van het scherm totdat u de standaardwaarden voor het spoorveld bovenop elke cel ziet. Vervolgens klikt u bij elke cel en typt u een waarde (voor gebruikersinput) of selecteert u een waarde (voor meerkeuze).
Cellen in-/uitschakelen
Als de instelling Palletcellen in-/uitschakelen vóór uitvoering in het afspeellijst-dialoogvenster is ingeschakeld, wordt het scherm Uitvoeringsopties pallet weergegeven. Om cellen voor uitvoering in of uit te schakelen, deselecteert u de knop Routines en eventuele spoorveldknoppen. Klik vervolgens op de genummerde cellen om die cel uit te sluiten. U kunt ook op een uitgesloten cel klikken om deze opnieuw op te nemen.
De volgende items kunnen ook in het dialoogvenster verschijnen:
Batch - Deze knop verschijnt als u spoorvelden hebt die door de gebruiker moeten worden ingevuld, en u het selectievakje Batch in het tabblad Spoorvelden van het afspeellijst-dialoogvenster hebt geactiveerd. Dit betekent dat de waarde van de spoorvelden gelijk zijn voor alle onderdelen en herhalingen in de afspeellijst. U kunt op deze knop klikken om de waarden voor deze spoorvelden eenmaal voor de gehele batch te definiëren.
Onderdeel - Dit label verschijnt naast alle spoorveldknoppen die door de gebruiker moeten worden ingevuld, als u het selectievakje Batch in het tabblad Spoorvelden van het afspeellijst-dialoogvenster niet hebt geactiveerd. Dit betekent dat u de waarde van de spoorvelden voor elk onderdeel en elke herhaling in de afspeellijst moet definiëren. U kunt op de knoppen naast dit label klikken om de waarden voor deze spoorvelden voor elke routine en herhaling te definiëren.
Standaardwaarden gebruiken - Deze koppelingstekst geeft aan dat de software de standaard spoorveldwaarden van de afspeellijst moet gebruiken.
Waarden van laatste uitvoering gebruiken - Deze koppelingstekst geeft aan dat de software de spoorveldwaarden van de vorige uitvoering moet gebruiken.
Starten - Met deze knop wordt het dialoogvenster gesloten en begint de uitvoering.
Annuleren - Met deze knop wordt het dialoogvenster gesloten en stopt de uitvoering.