Help voor Universal Updater

Instellingen

Het scherm Instellingen bevat opties voor het configureren van de app Universal Updater. U kunt dit scherm bereiken via deze knop (i_settings.jpg) bovenaan in de app.

Algemeen

Dit gebied bevat algemene instellingen voor het product:

Taal - Hiermee kunt u de taal voor de app Universal Updater instellen. Wanneer u een nieuwe taal uit deze lijst kiest, vraagt de software of u van taal wilt wisselen. Als u op Ja klikt, start Universal Updater opnieuw, in de nieuwe taal. De standaardtaal die Universal Updater gebruikt is de taal van uw besturingssysteem.

Thema - Hiermee wordt de app in donkere of lichte thema's weergegeven.

Minimaliseren naar tray bij sluiten - Hiermee wordt het product naar het systeemvak van de taakbalk geminimaliseerd wanneer u het sluit. U kunt Universal Updater vanuit het systeemvak openen door op het pictogram (i_taskbar_universal_updater.jpg) te klikken. Als er updates beschikbaar zijn, staat het aantal updates boven het pictogram (i_taskbar_universal_updater_with_updates.jpg).

Pop-upmeldingen weergeven - Hiermee worden meldingen weergegeven in het door het Windows-besturingssysteem verschafte systeemvak.U moet beheerderstoegang hebben om deze optie te kunnen veranderen.

Updates en installaties toestaan - Hiermee worden de knoppen Update en Installeren op het scherm Producten geactiveerd.U moet beheerderstoegang hebben om deze optie te kunnen veranderen.

Geavanceerd

Dit gebied bevat de volgende geavanceerde instellingen voor het product:

Updatefrequentie - Met de opties in deze lijst kunt u bepalen hoe vaak u melding wilt krijgen over beschikbare productupdates.

  • Langzaam - U krijgt alleen meldingen wanneer producten aan het grote publiek worden vrijgegeven.

  • Snel - Naast meldingen voor aan het grote publiek vrijgegeven producten, ontvangt u ook meldingen van producten voordat ze worden vrijgegeven. Dit werkt alleen als u de juiste toegangssleutels opgeeft.

Als u bijvoorbeeld deelneemt aan een van onze technische preview-programma's voor releases, kunt u meldingen vóór de algemene release ontvangen wanneer u die toegangssleutel opgeeft.

Registratieniveau - Met de opties in deze lijst wordt bepaald hoeveel gegevens naar het bestand Universalupdater.log worden gestuurd om het gedrag van de app Universal Updater te traceren. Als standaardinstelling is deze optie Uit. Als u problemen met Universal Updater hebt, kunt u deze optie inschakelen. Selecteer hiervoor een van de andere menuopties. In dit gebied kunt u informatie verzamelen over wat er in Universal Updater gebeurt om deze naar de technische ondersteuning van Hexagon te zenden. De lijst hieronder bevat verschillende registratieniveaus. Elk hogere registratieniveau bevat alle informatie van de lagere niveaus:

  • Tracering - Alle tracerings-, debug-, info-, waarschuwings-, fout- en fatale berichten worden geregistreerd

  • Debug - Alle debug-, info-, waarschuwings-, fout- en fatale berichten worden geregistreerd

  • Info - Alle info-, waarschuwings-, fout- en fatale berichten worden geregistreerd

  • Info - Alle waarschuwings-, fout- en fatale berichten worden geregistreerd

  • Fout - Alle fout- en fatale berichten worden geregistreerd

  • Fataal - Alleen fatale berichten worden geregistreerd

  • Uit - Er wordt niets geregistreerd

  • open_log_folder.png - Met deze knop opent u de map C:\ProgramData\Hexagon\Universal Updater\ waar het logboekbestand van de app wordt opgeslagen. U kunt het logboekbestand bekijken in een standaard teksteditor zoals Kladblok.

Offline catalogusdirectory - In dit vak kunt u een volledig pad opgeven naar de map waar Universal Updater een offline catalogus opslaat. Het doel van deze instelling is om gebruikers in uw organisatie die geen internettoegang hebben, de mogelijkheid te geven om software-updates te ontvangen. Standaard is dit vak leeg. Deze waarde wordt gewoonlijk ingesteld op een gedeelde netwerkmap. Zie "Voor offlinegebruik instellen" hieronder voor meer informatie.

Locatie downloadcache - In dit vak kunt u een volledig pad opgeven naar de map waar Universal Updater gedownloade inhoud voor geüpdatete producten opslaat. U kunt het pad typen, of u kunt de map vinden door met de knop rechts van het vak te bladeren. Deze locatie kan ook een gedeelde netwerkmap zijn zodat gebruikers binnen uw organisatie zonder internettoegang ook toegang hebben tot de gedownloade programma's. Zie "Voor offlinegebruik instellen" hieronder voor meer informatie.

Toegangssleutel - Hiermee kunt u toegangssleutels toevoegen of verwijderen. Een toegangssleutel geeft toegang tot een product of functionaliteit die u wordt verschaft door Hexagon.

Toevoegen - Hiermee wordt een vak weergegeven waarin u een toegangssleutel kunt typen of plakken. Met het vinkje naast het vak voegt u de sleutel toe. Met de X naast het vak wordt het vak gewist en gesloten. Nadat u een sleutel hebt toegevoegd, klikt u in het scherm Producten op de knop Vernieuwen (i_refresh.jpg) om de lijst met producten te vernieuwen.

Actieve toegangssleutels - In dit gebied ziet u een lijst met door u toegevoegde toegangssleutels. U kunt de zwarte driehoekige pijl onder deze kop uitbreiden om de componenten en functionaliteit te zien die door elke sleutel worden ingeschakeld. De waarden van de sleutels zijn opzettelijk verborgen om de werkelijke waarde van de sleutels te beschermen. U kunt de muisaanwijzer boven een sleutel houden en op het kleine verwijdereringspictogram (i_delete_small.jpg) ernaast klikken om de toegangssleutel te verwijderen. Nadat u een sleutel hebt verwijderd, klikt u in het scherm Producten op de knop Vernieuwen (i_refresh.jpg) om de lijst met producten te vernieuwen.

Proxy - Met de opties in dit gebied kunt u een proxyserver definiëren als uw organisatie er een nodig heeft. Als u naar een proxyserver moet gaan, dient u contact op te nemen met uw IT-afdeling voor informatie en referenties, en vervolgens de items in dit gebied in te vullen. Als u klaar bent, klikt u op Proxy-instellingen toepassen.